Leespraat

Leren lezen met je hoofd, hart en handen ... en mond!
- Leespraat is een hulpmiddel onder de Visie op Leren- op Mediërend Leren.
- Leespraat is een hulpmiddel om te komen tot begripvolle communicatie.
- Praten om te lezen en Lezen om te Praten.
Lezen (en schrijven)
De middelste cirkel van de bloem staat voor het lezen en schrijven. Het lezen vormt het centrale middel dat in relatie tot de andere bloemblaadjes ontwikkeld en toegepast wordt.
Praten
Het bloemblaadje 'praten' neemt een bijzondere positie in. Het wordt als apart deel aangeboden, omdat het leren praten voor kinderen met Downsyndroom en andere kinderen met een beperking in de taal-spraakontwikkeling een belangrijk en expliciet aandachtspunt vormt in opvoeding en onderwijs. Je kunt het bloemblaadje 'praten' dan ook aanduiden met een pratende mond.
Communiceren
Communiceren is meer dan praten, het gaat over de manieren waarop je je verbindt met je sociale omgeving. Dit doe je bijvoorbeeld door je interactie aan te passen aan de ander, te reageren op vragen of opmerkingen van de ander. Of door je emoties en je vriendschapsgevoelens op een goede manier uit te drukken. Of door de gedragsregels binnen een bepaalde setting te volgen. Hiervoor is zelfsturing nodig: een vorm van communiceren met jezelf. De verbinding met de sociale omgeving kunnen we uitdrukken met het symbool van een hart.







Door hoofd, hart, handen én mond aan de aspecten van Leespraat te verbinden, wordt het onthouden en toepassen van alle deelaspecten makkelijker.
Begrijpen
In het proces van leren lezen zit altijd een aspect van begrijpen verwerkt. Een kind komt alleen tot leren door zijn/ haar denken actief in te schakelen. Daarvoor krijgt het kind bij Leespraat steeds nieuwe uitdagingen aangereikt die gericht zijn op het uitbreiden van de passieve woordenschat, de kennis van de wereld om hem/ haar heen, en de vaardigheid in het begrijpen en toepassen van allerlei taalfuncties en grammatica. Het krijgt te maken met verdiepende vragen die het begrijpend lezen bevorderen. En het leert om zelf denkvaardigheden in te zetten, door bijvoorbeeld zelf naar overeenkomsten en verschillen te moeten zoeken in woorden, of zelf een verhaal op logische volgorde te leggen. Dit deelaspect van de Leespraatbloem kan daarom goed worden weergegeven via een 'denkhoofd'.
Zelf doen
Leespraat passen we veelvuldig toe in relatie tot handelen. Je kunt het inzetten bij het leren zwemmen, het uit het hoofd leren van een dansje, de wc-gang, het aankleden. Op school kan een agenda of takenlijstje helpen voor het zelfstandig werken. Praktische vaardigheden voor de werkvloer of thuis, zoals koffie zetten of een bed verschonen, kunnen via tekst visueel worden gemaakt en ingeoefend. Dit praktische doe-aspect van Leespraat wordt gesymboliseerd door een afbeelding van twee handen.